Bemesting van tuinplanten

Anonim

De behoefte aan aanplant van geschikte meststofmengsels hangt af van hun behoeften en het bodemmilieu. Regelmatige verzorging van aanplant garandeert een goede ontwikkeling van planten.

Naast regelmatig water geven, afdekken voor de winter, snoeien en onkruid verwijderen, is het ook belangrijk om de aanplant goed te bemesten met geselecteerde meststoffen. Bemesting van sierplanten varieert afhankelijk van de behoeften van de soort en de variëteit. De bemestingsbehoefte voor sierheesters is afhankelijk van de soort en variëteit.

In het geval van jonge struiken moet in het vroege voorjaar een geschikte meststof voor de soort worden toegepast. In het late voor- en najaar moet een organische stof worden toegepast, bijvoorbeeld bastsubstraat of compostgrond. Snelwerkende minerale meststoffen worden gebruikt voor struiken in containers. Dit type bemesting moet 2-3 keer worden toegepast, in de periode van lente tot zomer.

Bij jonge bomen wordt een organische stof in het gegraven gat geplaatst. Na het planten moet de plant worden beschermd met goed vertrapte grond samen met een laag bastsubstraat. Een belangrijke activiteit bij de groei van bomen is het regelmatig verwijderen van onkruid rond de stam. Bij jonge bomen in containers wordt vaak langzame meststof gebruikt.

Lezen: Indicatorplanten vertellen je welke grond je in je tuin hebt

Rozenstruiken moeten aan het einde van de winter of het vroege voorjaar worden bemest met een meercomponentenmest, terwijl ze in het voorjaar en de zomer ongeveer elke 3 weken moeten worden bemest met een meercomponenten vloeibare meststof.

Planten met een hoge vraag naar stikstof, fosfor, kalium en magnesium zijn: gladiolen, leeuwinnen, kruidnagel, zinnia, celosia, leeuwenbek, dahlia's, geraniums, viooltjes, tulpen, pioenen en chrysanten.
Planten: tijm, madeliefjes, narcissen, goudsbloemen, lelies, petunia's, lobelia, asters, postelein, begonia's en goudsbloemen worden gekenmerkt door een gemiddelde vraag.
De groepen met weinig vraag zijn: bergen, geraniums, varens, Oost-Indische kers, amarant en makaken.
Bij het aanleggen van een boomgaard met fruitbomen, moet het werk minstens twee jaar vóór het planten van de planten beginnen. Allereerst moet de grond goed worden losgemaakt, zodat het wortelstelsel de juiste groeicondities heeft. Alvorens de boomgaard in te richten, is het, naast het bekalken, noodzakelijk om te bemesten met mest. Ook is het belangrijk om de bodem te voorzien van fosfaatmest. Afhankelijk van het type fruitbomen varieert hun behoefte aan geschikte meststoffen. De bodemomgeving die goed is voorbereid op het planten is uiterst belangrijk.