Spurgeons hebben een overvloed aan soorten. Sommige groeien in tuinen - als sierplant of… onkruid. We adviseren welke spurgeons de moeite waard zijn.
Spurgeons (Euphorbia), soms euphorbia genoemd, worden voornamelijk geassocieerd met gewone onkruiden, maar er zijn ook enkele interessante sierplanten. De meest populaire soorten zijn onder meer: Erwtenwolfsmelk, rand, goudkleurig (bont), den en tuinwolfsmelk.
PAS OP voor het sap van wolvin
Individuele soorten kunnen erg van elkaar verschillen, maar ze bevatten allemaal gif.webptig melksap in hun weefsels, wat voedselvergif.webptiging of huidirritatie kan veroorzakendaarom moet het werk rond de planten met handschoenen worden gedaan. Zorg er ook voor dat het sap niet in uw mond, neus of ogen komt.
Het is de moeite waard om te weten dat planten uit deze familie ook in de thuiskweek worden gevonden - populaire soorten zijn onder andere De wolfsmelk met drie ribben (vaak ten onrechte beschouwd als een cactus), de glanzende wolfsmelk die een doornenkroon wordt genoemd, en de populaire kerstster van de spurgeon (de ster van Bethlehem).

Erwtenwolfsmelk
Een andere wolfsmelk die in tuinen wordt gevonden, is de wolfsmelkmot. De plant heeft een opgaande groeiwijze en vormt een rechtopstaande, onvertakte, roodachtige stengel bedekt met lange, smalle, groene bladeren (50-150 cm hoog). De soort is zeer geschikt voor de ontwikkeling van schaduwrijke hoeken van de tuin, maar wordt ook gecrediteerd met het afstoten van knaagdieren, mollen en hoefijzerbeten.
Erwtenwolfsmelk is een tweejarige plant (in het eerste jaar vormt het een lommerrijke scheut, in het tweede jaar ontwikkelt het bloeiwijzen, produceert zaden en sterft), dus het wordt gekweekt uit zaden (het produceert ook zelfzaaiend). Hij verwacht een halfschaduwrijke standplaats en een vruchtbaar, stikstofrijk, doorlatend substraat.

Gerande wolfsmelk, d.w.z. witte rand
Een van de meest populaire is de gefranjerde wolfsmelk (Białobrzegi, Euphorbia marginata). De plant heeft een bossige groeiwijze en opstaande, stijve, vertakte scheuten. Het groeit tot een hoogte van ongeveer 40-60 cm. Hij bloeit in de zomer (juli-augustus) en ontwikkelt kleine bloemen verzameld in kleine, dichte bloeiwijzen op de toppen van de scheuten.
De grootste versiering is vrij groot, eivormig, groen blad met een brede, witte rand die het blad van jonge bladeren bijna volledig bedekt.
Gerande wolfsmelk kan een aanvulling zijn op perksamenstellingen, omdat het goed past bij zowel vaste planten als eenjarige planten. Het kan ook worden gebruikt om randen langs paden en trottoirs te maken. Ook geschikt voor de teelt in containers op balkons en terrassen.
Randwolfsmelk is een eenjarige plant, gekweekt uit zaden die in het voorjaar (april-mei) zijn gezaaid op een zaaibed of op een vaste plaats (zaailingen moeten worden onderbroken). Het geeft ook overvloedig zelf zaaien. De plant verwacht een zonnige standplaats en arme, goed doorlatende, matig vochtige grond.

Goudwolfsmelk of gevlekte euforie
Een andere soort die in tuinen wordt gekweekt, is de wolfsmelk (gevlekte euforie, Euphorbia epithymoides). De plant heeft een dichte, bossige, halfronde groeiwijze en wordt tot 50 cm hoog. Vormt opstaande, onvertakte scheuten, dicht begroeid met groene, lancetvormige bladeren die in de herfst rood kunnen kleuren.
Zijn gewoonte is zijn grootste trots, maar in het voorjaar komen de bloeiwijzen van kleine bloemen omringd door goudgele schutbladen naar voren. De gouden euphorbia bloeit in mei.
De plant heeft ook enkele interessante variëteiten (bijvoorbeeld: "Bonfire", "Lacy", "Senior"). De soort ziet er geweldig uit in rotstuinen of grindtuinen, maar kan ook worden gekweekt in meerjarige perken of met voorjaarsbloeiende planten.
De gouden wolfsmelk is, in tegenstelling tot de vorige soort, een vaste plant. Hij verdraagt vorst goed, maar verwacht een zonnige standplaats en een vrij droge, arme, doorlatende ondergrond. Het kan worden vermeerderd door zaad of door volwassen exemplaren te delen.

CC BY-SA 4.0-licentie
Euphorbia den
Soms verschijnt de wolfsmelkananas ook in de tuinen (Euphorbia cyparissias), een vaste plant die in natuurlijke habitats door het hele land voorkomt. Het heeft een slordige groeiwijze en vormt slanke, overlappende scheuten bedekt met smalle groene bladeren. Hij wordt 30-40 cm hoog en bloeit in het voorjaar (april-mei), waardoor kleine, geelachtige bloeiwijzen ontstaan.
Het is ruim en onopvallend, daarom niet erg geschikt voor kortingen, maar past wel bij naturalistische combinaties en bloemenweiden. Hij verwacht een zonnige standplaats en droge, goed doorlatende grond.

Tuin wolfsmelk
In de tuinen kunt u ook de tuinwolfsmelk ontmoeten (Euphorbia peplus)die, ondanks zijn interessante groeiwijze, geen sierplant is, maar eerder een veelvoorkomend, eenjarig onkruid. Hij wordt tot ca. 20 cm hoog en vormt opstaande, naakte, vertakte, roodachtige stengels, in het bovenste deel bedekt met ovale, groene bladeren. Hij bloeit de hele zomer (juni-september) en ontwikkelt kleine geelachtige bloeiwijzen aan de toppen van de scheuten. Voorkeur voor zonnige standplaatsen en vruchtbare substraten.
Naast deze soorten komen er ook andere spurgeons voor in tuinen, zoals mirte, blauwachtig, moeras of amandelblad.
CC BY-SA 4.0-licentie
