Een van de meest voorkomende vruchtdragende struiken in tuinen zijn aalbessen en kruisbessen. Ze laten niet alleen toe om decoratieve, groene bosjes te maken, maar bieden ook smakelijk fruit, vooral geliefd bij de jongsten.
Elke liefhebber van kruisbessen en bessen moet ziekten van deze planten zo snel mogelijk kunnen herkennen en bestrijden, omdat ze bij aantasting meestal geen vruchten afwerpen.
Bladziekten zijn bijzonder gevaarlijk voor kruisbessen en aalbessen. Als de infectie in het voorjaar plaatsvindt, kunnen de struiken zichzelf volledig legen, wat betekent dat er in een bepaald jaar geen fruit zal zijn. Ziekten en plagen van vruchtdragende struiken zijn gemakkelijk te herkennen en te bestrijden. Het is voldoende om enkele basissymptomen te kennen.
Witte bes roest
Het valt meestal zwarte bessen aan. In juni verschijnt er gele verkleuring op de bladeren, later veranderend in bruine vlekken. Aan de onderzijde van de bladeren zijn geelbruine clusters van schimmelsporen zichtbaar. Om verspreiding van de ziekte te voorkomen, moeten afgevallen bladeren waarop de paddenstoelen overwinteren regelmatig worden verwijderd. De behandeling bestaat uit het besproeien van de struiken met fungicide bevattende preparaten voor de bloei en na de oogst.
Amerikaanse echte meeldauw
Het valt kruisbessen en zwarte bessen aan. Op de bladeren en jonge scheuten vormt zich een poederachtige, witachtige laag. De bladeren zijn vervormd. Op de kruisbessenstruiken is de bloei ook te zien aan het fruit. Aanvankelijk wit, wordt het na verloop van tijd bruin. Aangetaste vruchten kunnen niet worden gegeten. Warm, droog weer bevordert de ontwikkeling van de ziekte. Echte meeldauw is een ziekte die moeilijk te bestrijden is. Inspecteer de planten regelmatig vanaf het vroege voorjaar en snijd besmette scheuten af. Na de bloei en het oogsten van het fruit moeten de struiken worden besproeid met het paardestaartpreparaat. Na de bloei kunnen ook middelen op basis van fungiciden worden gebruikt. Na het oogsten van het fruit moet het sproeien meerdere keren worden herhaald met een interval van twee weken.
blad anthracnose
Een schimmelziekte die zowel bij aalbessen als kruisbessen voorkomt. Op de bladeren zitten kleine bruine vlekjes. Veranderingen kunnen soms ook worden waargenomen op fruit en scheuten. De belangrijkste bron van infectie zijn de bladeren van vorig jaar, waarin schimmelsporen ontstaan. Daarom is de basisbehandeling die de ontwikkeling van de ziekte beperkt, het grondig harken van gevallen bladeren onder de struiken. Als er toch een infectie optreedt, spuit dan met knoflookextract of preparaten die fungiciden bevatten.
Witte bladvlek
Vanaf half mei verschijnen er onregelmatige bruine vlekken op de aalbesbladeren. Aanvankelijk klein, met de tijd in het centrale deel worden ze grijswit (vandaar de naam van de ziekte). Het aantal bladvlekken neemt snel toe. Preventie en eventuele behandeling zijn hetzelfde als bij anthracnose.
