Ze worden vaak ten onrechte jasmijn genoemd. Hun grootste voordeel is de mooie geur, maar er zijn ook andere voordelen: ze zijn gemakkelijk te kweken en bestand tegen ongunstige omstandigheden. En - zoals niet iedereen weet - kunnen ze worden gebruikt om hagen te vormen.
Aandacht! Systematisch gesnoeide struiken bloeien minder - laten we er rekening mee houden bij het opzetten van een haag van hen. Jasmijnstruiken hebben een vochtige en vruchtbare standplaats nodig, bij voorkeur op alkalische grond (daarom moet de grond eromheen om de 2-3 jaar worden gekalkt). Ze kunnen zowel in de volle zon als in de halfschaduw geplant worden. Zelfs in de schaduw bloeien ze uitbundig, al groeien ze dan iets minder. Ze zijn droogtetolerant, maar als ze te lang meegaan, verliezen ze bloemknoppen. Ze gaan heel goed om met kapsels en hebben het zelfs elke 4-5 jaar nodig. In het voorjaar verjongen we de struik, die hierdoor overvloediger bloeit. We planten jasmijnbomen op de heg in een rij, 50 cm uit elkaar. Direct na het planten snijden we ze halverwege af en bemesten ze pas het volgende jaar. Tijdens de volgende seizoenen zouden we de nieuwe winsten minstens drie keer moeten inkorten - telkens met de helft.